Alles wat je aandacht geeft, groeit

29.11.2018 [#Leren]

Voor de ene persoon is het glas altijd halfvol, voor de andere altijd halfleeg. Van de ene persoon krijg je energie, de andere zuigt energie uit je weg. De ene persoon zet je kwaliteiten in de verf, terwijl de andere je zal wijzen op wat niet goed gaat. Binnen een bepaalde opdracht zie ik hoe ieder kijkt vanuit zijn/haar perceptie van de werkelijkheid. Perceptie, want dé werkelijkheid bestaat niet. In het beste geval geraken we het eens over wat dé werkelijkheid voor ons samen betekent. En laat ons daarbij vooral niet de tussentijdse succesjes vergeten op weg naar het eindresultaat. Zelfs al ziet de ene ze beter of sneller dan de andere.

Ik ben bezig met een opdracht voor een klant.  Het is een leuke opdracht, en ik doe hem samen met een collega. Mijn collega is slim, grappig, een beetje chaotisch zo nu en dan, maar daar houd ik wel van.  De klant bestaat uit twee verschillende organisaties, met een contactpersoon per organisatie. Naarmate de opdracht vordert, valt ons het een en ander op. Voor de ene contactpersoon is het glas altijd halfvol. Ze is altijd hartelijk, positief, zoekt mee naar oplossingen als er iets dient te veranderen, staat open voor onze suggesties. Voor de andere contactpersoon lijkt het glas altijd halfleeg. We doen meer dan ons gevraagd werd, we hebben overleg met de klant over elk punt in het proces, we communiceren transparant over alles, maar de contactpersoon waarvan het glas altijd halfleeg lijkt te zijn micro-focust op kleine dingen die hem irriteren, en heeft het vooral daarover wanneer we terugkijken op wat al gerealiseerd werd.  De resultaten staan niet ter discussie, wel dingen in het proces die niet liepen zoals hij het het liefste had. Micro-management naar ons gevoel.

Het brengt bij mij een dubbel gevoel teweeg. Bij de ene persoon ben ik blij dat ik mee kan werken aan deze opdracht, voel ik me goed wanneer we elkaar ontmoeten, terwijl de andere persoon – hoewel ik me ertegen verzet – stilaan steeds meer weerstand bij me opwekt.  Hoewel het om een en dezelfde opdracht gaat, krijg ik van de ene persoon energie, terwijl de andere energie uit me wegzuigt.

Ik praat er onderling met mijn collega over. We vragen ons af of er wel iets aan te doen is, of het niet iets persoonlijks is bij de ‘lastige’ klant, iets dieper liggend dat we niet kunnen raken. En ik vraag me af of ik er iets van moet zeggen. Ik heb veel zin om toch een keer te vragen waarom hij zich ook niet expliciet meer blij kan tonen met de resultaten, en waarom hij die kleine dingen in het proces zodanig groot maakt, dat hij niet meer lijkt te kunnen kijken naar het grotere geheel.  Niet alles loopt altijd precies zoals je wil, vooral als er veel mensen bij betrokken zijn zoals in dit geval, zelfs al ben je de opdrachtgever.

De vraag is ook: moeten wij meer openstaan voor de behoeften van de ‘lastige’ klant, zelfs al vindt de ‘positieve’ klant dat alles goed gaat? En zelfs al vinden wij dat waar hij over klaagt niet zo belangrijk is in het grotere geheel?  Ik heb geleerd dat alles wat je aandacht geeft, groeit. Gaan we niet net nog meer negatieve energie aantrekken wanneer wij ons mee gaan laten zuigen in een negatieve spiraal die wijzelf niet de moeite vinden?

We besluiten het voorlopig even aan te kijken. En gewoon blij te zijn met wat we reeds gerealiseerd hebben. En we feliciteren elkaar met de resultaten tot nu toe, want we vinden dat we onze tussentijdse succesjes ook moeten vieren. En we bedenken dat er best wel meer aandacht hiervoor mag zijn, zelfs al zijn we niet perfect en kunnen sommige zaken altijd beter.